Scroll to navigation

dpkg-buildpackage(1) dpkg suite dpkg-buildpackage(1)

NAAM

dpkg-buildpackage - binaire of broncodepakketten bouwen uit de broncode

OVERZICHT

dpkg-buildpackage [option...] [--] [filename.dsc|directory]

BESCHRIJVING

dpkg-buildpackage is a program that automates the process of building a Debian package.

The filename.dsc and directory arguments are supported since dpkg 1.22.7. Their semantics are experimental.

It consists of the following steps:

1.
It runs the preinit hook before reading any source file. If a .dsc file has been specified it unpacks it anew and changes directory to it, if a directory has been specified it changes directory to it, otherwise it expects the current directory to contain the source tree. It prepares the build environment by setting various environment variables (see ENVIRONMENT), runs the init hook, and calls dpkg-source --before-build (unless -T or --target has been used).
2.
Het controleert of voldaan is aan de bouw-vereisten en de bouw-tegenstrijdigheden (tenzij -d of --no-check-builddeps opgegeven werd).
3.
Indien met de optie -T of --target een of meer specifieke doelen geselecteerd werden, roept het deze doelen aan en stopt dan. Anders voert het de uitbreiding (hook) preclean uit en roept het fakeroot debian/rules clean aan om de bouwboom zuiver te maken (tenzij -nc of --no-pre-clean opgegeven werd).
4.
It runs the source hook and calls dpkg-source -b to generate the source package (if a source build has been requested with --build or equivalent options, and if no .dsc has been specified).
5.
Het voert de uitbreiding (hook) build uit en roept debian/rules build-target aan. Het voert vervolgens de uitbreiding (hook) binary uit, gevolgd door fakeroot debian/rules binary-target (tenzij enkel de bouw van het broncodepakket gevraagd werd met --build=source of gelijkwaardige opties). Merk op dat build-target en binary-target ofwel build en binary zijn (de standaardsituatie, of indien een bouw van het type any en all aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties), ofwel build-arch en binary-arch (indien een bouw van het type any maar niet all aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties), ofwel build-indep en binary-indep (indien een bouw van het type all maar niet any aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties).
6.
It runs the buildinfo hook and calls dpkg-genbuildinfo to generate a .buildinfo file. Several dpkg-buildpackage options are forwarded to dpkg-genbuildinfo. If a .dsc has been specified, then it will be referenced in the generated .buildinfo file, as we can ascertain the provenance of the source tree.
7.
Het voert de uitbreiding (hook) changes uit en roept dpkg-genchanges aan om een .changes-bestand te genereren. De naam van het bestand .changes zal afhangen van het type bouw en zal zo specifiek zijn als nodig, maar niet meer dan dat; de naam zal als volgt zijn:
voor een bouw die any bevat
voor een bouw die daarentegen all bevat
voor een bouw die daarentegen source bevat

Veel dpkg-buildpackage-opties worden doorgestuurd naar dpkg-genchanges.

8.
Het voert de uitbreiding (hook) postclean uit en als -tc of --post-clean werd opgegeven zal het nogmaals fakeroot debian/rules clean aanroepen.
9.
Het roept dpkg-source --after-build aan.
10.
Het voert de uitbreiding (hook) check uit en roept een pakketcontroleprogramma aan voor nazicht van het bestand .changes (indien er in DEB_CHECK_COMMAND of met --check-command een commando opgegeven werd).
11.
Het voert de uitbreiding (hook) sign uit en ondertekent met behulp van de OpenPGP-backend (voor zover het geen bouw van het type UNRELEASED is of tenzij --no-sign werd opgegeven) voor het ondertekenen van het bestand .dsc (als dat bestaat, tenzij -us of --unsigned-source opgegeven werden), van het bestand .buildinfo (tenzij -ui, --unsigned-buildinfo, -uc of --unsigned-changes opgegeven werden) en van het bestand .changes (tenzij -uc of --unsigned-changes opgegeven werden).
12.
If a .dsc file has been specified, it removes the extracted source directory.
13.
Het voert de uitbreiding (hook) done uit.

OPTIES

Alle opties kunnen zowel opgegeven worden aan de commandoregel als in de systeem- en gebruikersconfiguratiebestanden voor dpkg-buildpackage. Elke regel in het configuratiebestand is ofwel een optie (exact hetzelfde als de commandoregeloptie, maar zonder de verbindingsstreepjes aan het begin) of commentaar (als hij begint met een ‘#’).

Geeft het bouw-type op vanuit een lijst van door komma's gescheiden componenten (sinds dpkg 1.18.5). Alle opgegeven componenten worden gecombineerd om het enige te gebruiken bouwtype uit te kiezen, wat inhoudt dat één enkele compilatie wordt uitgevoerd met één enkel .changes-bestand. Wordt doorgegeven aan dpkg-genchanges.

De waarden die gebruikt mogen worden zijn:

Bouwt het broncodepakket.

Opmerking: Indien u deze waarde op zichzelf staand gebruikt en indien uw enige bedoeling is om het bronpakket gewoon (opnieuw) te bouwen vanuit een zuivere broncodeboom, dan is het altijd beter om rechtstreeks dpkg-source te gebruiken, aangezien dat niet vereist dat eventuele bouwvereisten geïnstalleerd worden, welke anders nodig zijn om in staat te zijn het doelwit clean te aanroepen.

Bouwt de architectuurspecifieke binaire pakketten.
Bouwt de architectuuronafhankelijke binaire pakketten.
Bouwt de architectuurspecifieke en de architectuuronafhankelijke binaire pakketten. Dit is een alias voor any,all.
Bouwt alles. Dit is een alias voor source,any,all en identiek aan de standaardsituatie wanneer geen bouwoptie opgegeven werd..
Het equivalent van --build=source,all (sinds dpkg 1.17.11).
Het equivalent van --build=source,any (sinds dpkg 1.17.11).
Het equivalent van --build=binary of --build=any,all.
Het equivalent van --build=any.
Het equivalent van --build=all.
Het equivalent van --build=source.
Het equivalent van --build=full, --build=source,binary of --build=source,any,all (sinds dpkg 1.15.8).
Roept na het opzetten van de bouwomgeving per opgegeven target eenmaal debian/rules doel aan en stopt het proces van het bouwen van het pakket hier (sinds dpkg 1.15.0, de lange optie sinds dpkg 1.18.8, de ondersteuning voor meerdere targets sinds dpkg 1.18.16). Indien ook --as-root opgegeven werd, dan wordt het commando als systeembeheerder uitgevoerd (zie --root-command). Merk op dat gekende targets die verplicht als systeembeheerder moeten uitgevoerd worden, deze optie niet nodig hebben (d.w.z. de targets clean, binary, binary-arch en binary-indep).
Enkel zinvol in samenhang met --target (sinds dpkg 1.15.0). Vereist dat het doel met systeembeheerdersrechten uitgevoerd wordt.
Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan.
Doorgeven als -m aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan.
Doorgeven als -e aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan.
De Debian-architectuur waarvoor we bouwen specificeren (lange optie sinds dpkg 1.17.17). De architectuur van de machine waarop we bouwen, wordt automatisch vastgesteld en ze wordt ook als standaard genomen voor de hostmachine.
Het GNU-systeemtype waarvoor we bouwen specificeren (lange optie sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van --host-arch of als een aanvulling om het standaard GNU-systeemtype voor de Debian-architectuur van de host aan te passen.
De Debian-architectuur specificeren waarvoor de gebouwde programma's gebouwd zullen worden (sinds dpkg 1.17.17). De standaardwaarde is de hostmachine.
Het GNU-systeemtype specificeren waarvoor de gebouwde programma's gebouwd zullen worden (sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van --target-arch of als een aanvulling om het standaard GNU-systeemtype voor de Debian doelarchitectuur aan te passen.
Het/de profiel(en) welke we bouwen specificeren in een lijst met een komma als scheidingsteken (sinds dpkg 1.17.2, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Het standaardgedrag is om niet voor een specifiek profiel te bouwen. Stelt ze ook in (als een lijst met een spatie als scheidingsteken) als de omgevingsvariabele DEB_BUILD_PROFILES, hetgeen bijvoorbeeld toelaat aan debian/rules-bestanden om gebruik te maken van deze informatie bij voorwaardelijke bouwoperaties.
Geeft het aantal taken aan dat gelijktijdig mag worden uitgevoerd (sinds dpkg 1.14.7, lange optie sinds dpkg 1.18.8). Waarbij het aantal taken overeenkomt met het aantal online-processors indien auto werd opgegeven (sinds dpkg 1.17.10), of een onbeperkt aantal indien taken niet werd opgegeven. Het standaardgedrag is auto (sinds dpkg 1.18.11) in niet-opgelegde modus (sinds dpkg 1.21.10), en als zodanig is het altijd veiliger om dit te gebruiken voor elk pakket, inclusief voor pakketten die niet op een veilige manier parallel kunnen worden gebouwd. Als u het aantal taken instelt op 1, wordt de seriële uitvoering hersteld.

Het voegt parallel=taken of parallel toe aan de omgevingsvariabele DEB_BUILD_OPTIONS, hetgeen debian/rules-bestanden in staat stelt van deze informatie gebruik te maken voor eigen doeleinden (opt-in modus genaamd). De waarde taken heeft voorrang op de optie parallel=taken of parallel in de omgevingsvariabele DEB_BUILD_OPTIONS. Merk op dat de waarde auto zal vervangen worden door het effectieve aantal momenteel actieve processoren en ze dus als zodanig naar geen enkel onderliggend proces doorgegeven zal worden. Indien het aantal beschikbare online-processoren niet afgeleid kan worden, dan zal de code terugvallen op het gebruiken van seriële uitvoering (sinds dpkg 1.18.15), hoewel dit enkel zou mogen gebeuren op exotische en niet-ondersteunde systemen.

Deze optie (sinds dpkg 1.18.2, lange optie sinds dpkg 1.18.8) is gelijkwaardig aan de optie -j hierboven.

Aangezien het gedrag van -j in dpkg 1.21.10 veranderde naar de opt-in modus, kunt u in plaats daarvan deze optie gebruiken als u over de verschillende uitgaven van dpkg heen eenzelfde betekenis moet kunnen garanderen.

Deze optie (sinds dpkg 1.21.10) is gelijkwaardig aan de optie --jobs behalve dat ze de opgelegde parallelle modus zal activeren door de optie -j voor make met het berekende aantal parallelle taken toe te voegen aan de omgevingsvariabele MAKEFLAGS.

Dit zou ertoe moeten leiden dat alle volgende aanroepen van make die optie overerven, waardoor de parallelle instelling voor het verpakken (en mogelijk voor het bovenstroomse bouwsysteem als dat make(1) gebruikt) wordt opgelegd, ongeacht hun ondersteuning voor een parallelle bouw, wat bouwfouten zou kunnen veroorzaken.

Opmerking: elke Makefile die niet parallel-aangepast is, moet als een fouten bevattende Makefile beschouwd worden. Deze zouden ofwel parallel-aangepast moeten gemaakt worden of als niet veilig gemarkeerd worden met het target make(1) .NOTPARALLEL.

Bouwvereisten en tegenstrijdigheden controleren en afbreken als er niet aan voldaan is (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag.
Bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet controleren (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).
Ingebouwde bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet controleren (sinds dpkg 1.18.2). Dit zijn de distributiespecifieke impliciete bouwvereisten die gewoonlijk noodzakelijk zijn in een bouwomgeving, de zogenaamde set van pakketten van het type Build-Essential.
Het veld Rules-Requires-Root niet honoreren; er wordt teruggevallen op zijn verouderde standaardwaarde (since dpkg 1.19.1).
Voor het bouwen de broncodeboom niet opschonen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Impliceert -b indien geen van de opties -F, -g, -G, -B, -A of -S gekozen werd. Gecombineerd met -S impliceert dit -d (sinds dpkg 1.18.0).
Voor het bouwen de broncodeboom opschonen (sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag.
De broncodeboom opschonen (met commando-om-root-te-worden debian/rules clean) nadat het pakket gebouwd werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).
De broncodeboom niet opschonen na het bouwen van het pakket (sinds dpkg 1.19.1). Dit is het standaardgedrag.
De bouwomgeving saneren (sinds dpkg 1.20.0). Dit houdt het verwijderen of opnieuw instellen in van omgevingsvariabelen, van umask en van eventuele andere procesattributen welke anders de bouw van pakketten negatief zouden kunnen beïnvloeden. Omdat het officiële startpunt voor het bouwen van pakketten debian/rules is, kunnen pakketten er niet op vertrouwen dat deze instellingen aanwezig zijn en moeten ze dus werken indien dat niet het geval is. Wat gesaneerd moet worden is leverancierspecifiek.
Wanneer dpkg-buildpackage een deel van het bouwproces in de hoedanigheid van root (systeembeheerder) moet uitvoeren, laat het het commando dat het uitvoert voorafgaan door commando-om-root-te-worden indien er een opgegeven werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Anders, als er geen opgegeven werd, wordt standaard fakeroot gebruikt als het beschikbaar is. commando-om-root-te-worden moet beginnen met de naam van een programma in het PATH en krijgt als argumenten de naam van het echte commando dat uitgevoerd moet worden en de argumenten die het moet krijgen. commando-om-root-te-worden kan parameters bevatten (ze moeten met spaties van elkaar gescheiden worden) maar geen shell-metatekens. Doorgaans is commando-om-root-te-worden fakeroot, sudo, super of really. su is niet geschikt, aangezien het enkel de shell van de gebruiker kan aanroepen met -c in plaats van afzonderlijke argumenten door te geven aan het uit te voeren commando.
Een Debian-pakket bouwen houdt meestal het aanroepen van debian/rules in als een commando met verschillende standaardparameters (sinds dpkg 1.14.17, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Met deze optie is het mogelijk om een andere programma-aanroep te gebruiken om het pakket te bouwen (ze kan parameters bevatten die onderling door spaties gescheiden worden). Anderzijds kan de optie ook gebruikt worden om het standaard rules-bestand uit te voeren met een ander make-programma (bijvoorbeeld door /usr/local/bin/make -f debian/rules te gebruiken als rules-bestand).
Commando dat gebruikt wordt om het bestand .changes zelf en eventuele gebouwde artefacten waarnaar in het bestand verwezen wordt, te controleren (sinds dpkg 1.17.6). Het commando moet als argument de padnaam van .changes krijgen. Gewoonlijk is dit commando lintian.
Optie optie doorgeven aan het controlecommando dat gespecificeerd werd met DEB_CHECK_COMMAND of met --check-command (sinds dpkg 1.17.6). Kan meermaals gebruikt worden.
Stelt de opgegeven shell-code hook-commando in als de uitbreiding (hook) hook-naam, die zal uitgevoerd worden op de momenten die in de uitvoeringsstappen gepreciseerd worden (sinds dpkg 1.17.6). De uitbreidingen (hooks) zullen steeds uitgevoerd worden, zelfs als de volgende actie niet uitgevoerd wordt (met uitzondering voor de uitbreiding (hook) binary). Alle uitbreidingen (hooks) zullen uitgevoerd worden in de map van de uitgepakte broncode.

Sommige uitbreidingen (hooks) kunnen aanvullende informatie ontvangen via omgevingsvariabelen (sinds dpkg 1.22.0). Alle hooks krijgen hun hooknaam in de omgevingsvariabele DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_NAME (sinds dpkg 1.22.0).

Opmerking: uitbreidingen (hooks) kunnen het bouwproces beïnvloeden en leiden tot het mislukken van de bouw als hun commando's falen. Wees dus alert voor onbedoelde consequenties.

Momenteel worden de volgende hook-namen ondersteund:

Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_SOURCE_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-source-aanroep.
Gets DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BUILD_TARGET with the name of the debian/rules build target called. Before dpkg 1.22.7 the variable was only set if the target was called.
Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BINARY_TARGET op met de naam van het aangeroepen binaire doel uit debian/rules, maar alleen als het wordt aangeroepen.
Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BUILDINFO_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-genbuildinfo-aanroep.
Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_CHANGES_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-genchanges-aanroep.
Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_CHECK_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan het aangeroepen controlecommando.

Het hook-commando ondersteunt de volgende substitutie-indelingstekenreeksen, die er voorafgaand aan de uitvoering op toegepast zullen worden:

%%
Eén enkel %-teken.
%a
Een booleaanse waarde (0 of 1), die aangeeft of de volgende actie uitgevoerd wordt of niet.
%p
De naam van het broncodepakket.
%v
De versie van het broncodepakket.
%s
De versie van het broncodepakket (zonder de epoch).
%u
Het bovenstroomse versienummer (toeleveraarsversie).
De bestandsnaam instellen voor het gegenereerde .buildinfo-bestand (sinds dpkg 1.21.0).
Optie optie doorgeven aan dpkg-genbuildinfo (sinds dpkg 1.18.11). Kan meermaals gebruikt worden.
Een OpenPGP-backendinterface opgeven welke gebruikt moet worden bij het aanroepen van het ondertekeningscommando (sinds dpkg 1.21.10).

De standaardinstelling is auto, waarbij de beste beschikbare backend wordt gebruikt. De specifieke ondersteunde OpenPGP-backends in volgorde van voorkeur zijn:

(elke conforme Stateless OpenPGP-implementatie)
(van Sequoia-PGP)
(van GnuPG)
Als dpkg-buildpackage een OpenPGP backend-commando moet uitvoeren om een controlebestand (.dsc) van de broncode, een .buildinfo-bestand of een .changes-bestand te ondertekenen, zal het ondertekeningscommando uitvoeren (en indien nodig daarbij het PATH doorzoeken) in plaats van het standaard of automatisch gedetecteerde backend-commando (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Aan ondertekeningscommando zullen alle backend-specifieke argumenten meegegeven worden volgens de geselecteerde --sign-backend. ondertekeningscommando mag geen spaties bevatten en geen andere shell-metatekens.
Een OpenPGP sleutel-ID (hetzij een vingerafdruk of een gebruikers-ID) opgeven voor de geheime sleutel die moet worden gebruikt bij het ondertekenen van pakketten (--sign-key sinds dpkg 1.18.8, --sign-keyid sinds dpkg 1.21.10).
Een OpenPGP sleutel-bestand opgeven dat de geheime sleutel bevat die moet worden gebruikt bij het ondertekenen van pakketten (sinds dpkg 1.21.10).

Opmerking: uit veiligheidsoverwegingen kan het sleutel-bestand best met een wachtwoord vergrendeld worden gehouden.

Het broncodepakket niet ondertekenen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).
Het bestand .buildinfo niet ondertekenen (sinds dpkg 1.18.19).
De bestanden .buildinfo en .changes niet ondertekenen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).
Geen enkel bestand ondertekenen; dit omvat het broncodepakket, het bestand .buildinfo en het bestand .changes (sinds dpkg 1.18.20).
Het ondertekenen van de resulterende bestanden afdwingen (sinds dpkg 1.17.0), ongeacht -us, --unsigned-source, -ui, --unsigned-buildinfo, -uc, --unsigned-changes of overige interne heuristiek.
Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-source. Zie de man-pagina ervan.
Optie optie doorgeven aan dpkg-source (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden.
De bestandsnaam instellen voor het gegenereerde .changes-bestand (sinds dpkg 1.21.0).
Optie optie doorgeven aan dpkg-genchanges (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden.
Een andere locatie opgeven voor de database van dpkg (sinds dpkg 1.14.0). De standaardlocatie is /var/lib/dpkg.
-?, --help
Info tonen over het gebruik en afsluiten.
De versie tonen en afsluiten.

OMGEVING

Externe omgeving

Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het commando waarmee het bestand .changes gecontroleerd wordt (sinds dpkg 1.17.6). De optie --check-command heeft hierop voorrang.
Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden .changes, .buildinfo en .dsc te ondertekenen (sinds dpkg 1.17.2). De optie --sign-key heeft hierop voorrang.
Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden .changes, .buildinfo en .dsc te ondertekenen (sinds dpkg 1.21.10). De optie --sign-key heeft hierop voorrang.
Indien dit ingesteld werd, zal het een door spaties gescheiden lijst met opties bevatten die het gedrag beïnvloeden van sommige dpkg-gereedschappen die betrokken zijn bij het bouwen van pakketten, en die het bouwproces van pakketten kunnen beïnvloeden als de code in debian/rules deze opties erkent. Deze opties kunnen parameters hebben die direct na een gelijkheidsteken ('=') worden opgegeven. Bij opties die meerdere parameters ondersteunen, worden deze niet gescheiden door spaties, omdat die gereserveerd zijn voor het scheiden van opties.

Hieronder volgen de opties die bekend zijn en worden ondersteund door dpkg-gereedschappen; andere opties die worden erkend door debian/rules kunnen worden gedefinieerd door distributiespecifiek beleid.

In het verpakkingsproces kan men in het bestand debian/rules deze optie gebruiken om het bouwproces zo in te stellen dat N parallelle taken worden gebruikt. Deze optie wordt overschreven door de opties --jobs en --jobs-force.
dpkg-buildpackage negeert de variabele DEB_CHECK_COMMAND. In het verpakkingsproces wordt van debian/rules niet verwacht dat het testsuites uitvoert tijdens het bouwen.
Als debian/rules dpkg-buildflags aanroept om de bouwvlaggen in te stellen, dan zullen deze zo worden ingesteld dat er geen optimalisaties mogelijk zijn.
In het verpakkingsproces moet debian/rules ervoor zorgen dat geen foutopsporingsinformatie wordt verwijderd van objecten. Als debian/rules het make-fragment mk/buildtools.mk bevat, zal de make-variabele STRIP deze optie respecteren.
dpkg-buildpackage zal de make(1)-vlag --no-print-directory toevoegen aan de omgevingsvariabele MAKEFLAGS. In het verpakkingsproces moet debian/rules de breedsprakigheid beperken, maar niet helemaal stil zijn.
Dit zijn functiegebieden die de bouwvlagfuncties regelen. Zie dpkg-buildflags(1) voor verdere details.
Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het/de actieve bouwprofiel(en) voor het pakket dat gebouw wordt (sinds dpkg 1.17.2). Het is een lijst van profielnamen die onderling door een spatie gescheiden zijn. De optie -P heeft hierop voorrang.
Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen worden zijn: auto (standaard), always en never.
Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige waarden zijn: 0 and 1 (standaard).

Interne omgeving

Zelfs al exporteert dpkg-buildpackage sommige variabelen, toch mag debian/rules er niet op rekenen dat ze aanwezig zijn en moet het in de plaats daarvan gebruik maken van de desbetreffende interface om de benodigde variabelen op te halen, aangezien dat bestand.het belangrijkste aanspreekpunt is voor het bouwen van pakketten en de op zichzelf staande uitvoering ervan ondersteund moet zijn.

dpkg-architecture wordt aangeroepen met de doorgegeven parameters -a en -t. Eventuele variabelen die zijn optie -s als uitvoer geeft, worden in de bouwomgeving geïntegreerd.
Deze variabele wordt ingesteld op de waarde die verkregen wordt uit het veld Rules-Requires-Root, het niveau van dpkg-build-api of vanuit de commandoregel. Indien ze ingesteld is, zal ze een geldige waarde zijn voor het veld Rules-Requires-Root. Ze wordt gebruikt om debian/rules te informeren of de specificatie rootless-builds.txt ondersteund wordt.
Deze variabele wordt ingesteld op gain-root-command wanneer het veld Rules-Requires-Root ingesteld staat op een andere waarde dan no of binary-targets.
Deze variabele wordt ingesteld op de Unix-tijd (timestamp) sinds het tijdstip (de epoch) van het laatste item in debian/changelog, voor zover hij niet reeds gedefinieerd is.

BESTANDEN

/etc/dpkg/buildpackage.conf
Configuratiebestand dat voor het hele systeem geldt
$XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildpackage.conf of
$HOME/.config/dpkg/buildpackage.conf
Configuratiebestand dat gebruikersafhankelijk is.

OPMERKINGEN

Compileervlaggen worden niet langer geëxporteerd

Tussen dpkg 1.14.17 en 1.16.1 exporteerde dpkg-buildpackage compileervlaggen (CFLAGS, CXXFLAGS, FFLAGS, CPPFLAGS en LDFLAGS) met de waarden die door dpkg-buildflags teruggegeven werden. Dit is niet langer het geval.

Standaard bouwtargets

dpkg-buildpackage is using the build-arch and build-indep targets since dpkg 1.16.2. Before dpkg 1.22.7, there was code to try to detect the missing targets and fallback on the build target. Those targets are thus mandatory.

BEVEILIGING

Het bouwen van binaire of bronpakketten mag alleen worden uitgevoerd op basis van vertrouwde brongegevens.

BUGS

Het zou mogelijk moeten zijn om spaties en shell-metatekens en initiële argumenten op te geven voor commando-om-root-te-worden en ondertekeningscommando.

ZIE OOK

/usr/share/doc/packages/dpkg/spec/rootless-builds.txt, dpkg-source(1), dpkg-architecture(1), dpkg-buildflags(1), dpkg-genbuildinfo(1), dpkg-genchanges(1), fakeroot(1), lintian(1), <https://datatracker.ietf.org/doc/draft-dkg-openpgp-stateless-cli/>, sq(1), gpg(1).

2024-08-01 1.22.11